Algemeen
Dierlijke of plantaardige oliën en vetten kunnen relatief simpel omgezet worden tot vetzuur methyl esters (FAME) of ‘biodiesel’ door verestering met methanol. In geval vertrokken wordt van reststromen is een belangrijke factor de ‘staat’ van de ingezamelde vetten en oliën. Bij frituren breekt het vet deels af. Verontreinigingen moeten eerst goed worden verwijderd. Bij de productie van biodiesel ontstaat als bijproduct glycerol dat weer verkocht kan worden en ook als basis van volgende biobased producten kan dienen, zoals methanol.
Naast verestering is het ook mogelijk de oliën en vetten te behandelen met waterstof om te komen tot 'Hydrotreated vegetable oils' (HVO). HVOs hebben dezelfde eigenschappen als Fischer Tropsch diesel. Het zijn lange-keten paraffine koolwaterstoffen, vrij van aromaten, zuurstof en zwavel, met een hoog cetaangetal. Beschikbaarheid van voldoende hoeveelheden waterstof is wel een belangrijke conditie, vandaar dat de meeste HVO productie-eenheden in de buurt van petroleumraffinaderijen geplaatst worden.
Aanvullende informatie
Belangrijke aandachtspunten voor de productie en gebruik van biodiesel en HVO als output:
- Biodiesel en HVO kunnen gebruikt worden in dieselmotoren.
- Biodiesel is Europees genormeerd via de norm EN14214 (FAME - fatty acid methyl ester). Dan nog is er echter wel onderling verschil. Het type olie dat gebruikt wordt is daarin vooral bepalend voor de kwaliteit, en bijvoorbeeld de koude-eigenschappen.
- Biodiesel kan in klassieke voertuigen gebruikt worden indien het slechts een bijmenging is tot 7%. Als voor zuivere biodiesel gekozen wordt, moet eerst goedkeuring van de constructeur gevraagd worden (eventuele aanpassing van dichtingen, leidingen). De toepassing van HVO stelt geen problemen.
- Biodiesel en HVO kunnen meetellen voor het opgelegde quotum van 10% hernieuwbare brandstof in transport in Europa tegen 2020, mits ze voldoen aan de opgelegde duurzaamheidscriteria vanuit Europa (zie hoofdstuk 10 van dit kennissysteem voor meer toelichting op deze duurzaamheidscriteria)
- Omwille van het hernieuwbare karakter kunnen biodiesel en HVO vallen onder gunstige belastingcondities (bv. lagere accijnzen). Voor België en Nederland zijn deze condities verschillend. Zie de berichtgeving van de ministeries daarover. Let wel: het Belgische systeem voor biobrandstoffen is een afgeschermde markt in die zin dat biobrandstoffen geproduceerd door bedrijven die geen quotum kregen toegewezen, of buiten de volumes vastgelegd in een toegewezen quotum, niet kunnen genieten van de fiscale voordelen die wel gelden voor biobrandstoffen geproduceerd onder een quotum. De quota voor bioethanol liggen vast voor langere perioden.
Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen biodiesel en HVO op basis van voedingsgewassen (koolzaad, soja, palmolie), en biodiesel/HVO op basis van reststromen en afvalstromen, zoals ingezameld frituurvet. De laatste categorie wordt dubbelgeteld voor de Europese doelstelling van 10% hernieuwbare energie in transport.
Meer info is te vinden op de website van het European Biofuels Technology Platform: