Het ECP-concept, waarbij de processen met elkaar samenhangen, impliceert dat de mix van producten die het ECP zou moeten opleveren, niet zonder meer vooraf gekozen kan worden en ook niet meteen één op één volgt uit beschikbare biomassa. Wat de beste producten zijn in een specifieke ECP-situatie moet bepaald worden terwijl ook de keuze en onderlinge samenhang van de inputstromen, de processen, en soms zelfs de locatie, geoptimaliseerd wordt.
Voor specifieke (chemische) componenten geldt dat de keuze voor het verwaarden van biomassa tot een specifiek product maar zelden alleen wordt bepaald door het aanbod van regionale biomassa in de omgeving van een locatie. De keuze voor specifieke producten zal veel meer worden bepaald door een specifieke marktvraag, waarbij dan vervolgens de beste processen en uitgangsbiomassa zal worden gezocht. In de praktijk blijkt dat de beslissing om een hoogwaardige componenten uit stromen te winnen, pas wordt overwogen als daar markt voor is.
Bij de aanvang van het project in 2010 over een geïntegreerde ECP-aanpak is steeds energieopwekking als de belangrijkste optie genomen voor de specifieke biomassareststromen in de betrokken case. Voor energieopwekking was een marktvraag aanwezig en was de technologie die daarbij hoort reeds bewezen. Voor de hoogwaardigere optie (winning van (chemische) componenten en materialen) was de vraag naar specifieke biobased varianten nog veel beperkter of zelfs onbekend, en de technologie is vaak nog niet verder dan het pilot stadium.
In de loop van het project bleek echter dat steeds meer mogelijk was op het gebied van biocomponenten en materialen. Daarnaast is ook steeds in gedachten gehouden dat als de technische en commerciële mogelijkheden voor biocomponenten en materialen toenemen, ECP’s de logische plek zijn om de productie daarvan te situeren. Er is dan al een infrastructuur voor aanvoer en verwerken van biomassa en er is (een surplus aan) energie. De reststromen die bij deze productie ook weer zullen overblijven, kunnen in de andere aanwezige processen worden verwerkt wat de economische haalbaarheid van een ECP vergroot.
Soms kan de aard van een gekozen ‘ankerpunt’ voor het ECP leiden tot specifieke producten, maar er zijn altijd een aantal vrijheidsgraden om de mix van producten als geheel te variëren. Zo is het bv. de keuze bij het ECP-cluster Breda dat er met name warmte beschikbaar moet komen voor wijkverwarming. Vervolgens kan wel een overschot aan gas in de zomer op verschillende manieren worden benut, als groen gas of LBM.
Het aantal vrijheidsgraden in combinatie met een aantal onderlinge afhankelijkheden maakt de besluitvorming rond het starten van een ECP niet evident, zowel op een nieuwe locatie of als op een uitbreidingslocatie waarbij een koppeling met bestaande activiteiten plaatsvindt. De meerwaarde en de economische bedrijfsvoering binnen een ECP is erbij gebaat dat er ook extra producten geleverd kunnen worden. Dat betekent bv. niet alleen biogas leveren maar ook LBM, niet alleen warmte en elektriciteit maar ook eiwitten of vezels, niet alleen het terugwinnen van de meststoffen en mineralen maar ook een hoogwaardig product dat extra geld kan opleveren. Gecombineerde productie is economisch maar ook ‘psychologisch’ van belang voor het slagen van een ECP. Uit de verschillende ECP-cases blijkt overigens dat niet alleen bedrijfseconomische voordelen meespelen, maar ook de ‘groene’ ambities die bedrijven hebben om specifiek biobased producten en processen te ontwikkelen.
Vaak zal bij het opzetten van een ECP voorlopig moeten worden gestart met een beperkt ECP-concept met slechts enkele producten die snel geld gaan opleveren. Dat zijn op dit moment toch meestal energieproducten. Daar is nu reeds een markt voor, deels gesubsidieerd en deels gestimuleerd door beleid en regelgeving. Als dat onderdeel van het ECP goed draait, en de aanvoer van biomassa verzekerd is, gecombineerd met een infrastructuur en geproduceerde energie, dan kan van daaruit verder gekeken worden naar het produceren van specifieke hoogwaardigere componenten. Die kunnen dan worden gemaakt uit al beschikbare biomassastromen of er kan een nieuwe biomassastroom bij worden gezocht. Dit kan ook een aparte geteelde biomassastroom zijn, waarvan de reststromen dan ook weer in het ECP verwerkt kunnen worden.