Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8080
Deze NTA is bedoeld om vrijwillig te worden toegepast bij organisaties die duurzaam biomassa willen produceren, verwerken, verhandelen of inzetten voor energieopwekking of als transportbrandstof. Het certificatiesysteem is niet alleen op biobrandstoffen van toepassing is, maar ook op vaste en gasvormige biomassa.
De NTA 8080 richt zich op de volgende criteria, en is daarmee breder dan de minimale criteria uit de Richtlijn Hernieuwbare Brandstoffen (RED):
- concurrentie met voedsel;
- biodiversiteit;
- milieukwaliteit;
- lokale welvaart;
- welzijn lokale bevolking;
- landschappelijke inpassing.
De NTA 8080 is te gebruiken als een massabalanssysteem in bio-energie ketens, en is vooral gericht op vloeibare biobrandstoffen in de transportsector (als onderdeel van de biobrand-stoffenverplichting). Naast de standaard NTA 8080 zal voor concrete toepassing op een project ook gebruik gemaakt moeten worden van de NTA 8081:2010. Dit is het certificatieschema voor duurzaam geproduceerde biomassa ten behoeve van energiedoeleinden, die de wijze van certificeren beschrijft. De certificering van duurzame biomassa is nog volop in ontwikkeling. In de aanloop naar een door de overheid erkend systeem, kan de NTA 8080 een prima standaard zijn om duurzaamheid van bio-energieprojecten in de provincie te toetsen en borgen.
De NTA 8080 richt zich vooral op energiegewassen: planten en bomensoorten specifiek geproduceerd voor brandstof- of energietoepassingen. Biomassa in de praktijk, zeker op regionaal niveau, is echter al gauw een reststroom die vrijkomt uit een primair proces voor andere doeleinden. Er wordt onderscheid gemaakt in:
- primaire reststromen: biomassa die vrijkomt bij de oogst op het land (takken en bladeren uit het bos, restanten van planten op de akker, dierlijke mest)
- secundaire reststromen: biomassa die vrijkomt bij de eerste verwerking van biomassa van land (residuen uit de voedsel en genotmiddelenindustrie, zoals aardappelschillen, niet-eetbare fracties, zaagsel en resthout bij de houtverwerking)
- tertiaire reststromen: biomassa die vrijkomt na de initiële levensduur van een biomassaproduct (zoals hout van afgedankte meubels, sloophout uit de bouw, GFT-afval, restaurantafval, RWZI-slib)
Voor reststromen gelden in de regel minder strenge eisen vanwege de lage economische waarde (minder dan 10% van waarde hoofdproduct). Hierdoor liggen een aantal criteria niet in de invloedsfeer van de gebruiker van de reststroom, aangezien dit met name door het hoofdproduct bepaald wordt. Appendix A van de NTA 8080 geeft een lijst weer met reststromen waarvoor alleen een selectie van eisen uit de NTA geldt (de lijst van uitzonderingen).
De Europese Commissie heeft het NTA 8080 certificatiesysteem erkend als vrijwillige regeling om aan te tonen dat wordt voldaan aan de wettelijke duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vastgelegd in de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie (zie boven). De erkenning van het certificatiesysteem moet door alle Europese lidstaten worden overgenomen. Hierdoor kunnen bedrijven die NTA 8080 gecertificeerd zijn handelen binnen de hele Europese Unie.