De Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie (2009/28/EG) legt bindende duurzaamheidscriteria op voor biobrandstoffen voor transport en vloeibare biomassa voor elektriciteit of warmte. De Europese Commissie overweegt om ook op vaste en gasvormige biomassa voor energie soortgelijke voorwaarden op te leggen. De criteria zijn niet van toepassing op afvalstoffen, daar deze reeds aan de afvalstoffenwetgeving op nationaal en Europees niveau moeten voldoen.
In Nederland beschrijft de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8080 de criteria en indicatoren voor duurzame biomassa ten behoeve van energiedoeleinden (elektriciteit, warmte en koude en transportbrandstof), voortbordurend op de duurzaamheidscriteria opgesteld door de commissie Cramer.
In Vlaanderen wordt in het geval dat biomassastromen aangewend worden voor groenestroomproductie een aantal kenmerken afgetoetst door de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Deze kenmerken omvatten de voorbehandelings- en transportenergie, de duurzaamheidskenmerken en of een houtstroom al dan niet als vallend onder de categorie ‘korte omloophout’ en ‘hout dat geen industriële grondstof is’ moet worden beschouwd. Dit is uitgewerkt in de ontwerpmededeling van VREG (mei 2012) met betrekking tot de certificatie van biomassastromen in het kader van de toekenning van groenestroomcertificaten.