RICHTLIJN 2009/28/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG
Biobrandstoffen (en bio-liquids) moeten voldoen aan volgende duurzaamheidscriteria om te mogen meetellen voor de hernieuwbare energie doelstellingen, en in aanmerking te komen voor financiële steun:
- De biobrandstof geeft een minimale broeikasgasreductie van 35% t.o.v. fossiele brandstof; dit wordt verhoogd tot 50% vanaf 2017, en 60% voor nieuwe installaties vanaf 2018.
- Grondstoffen voor biobrandstoffen mogen niet komen van land met hoge biodiversiteitswaarde.
- Grondstoffen voor biobrandstoffen mogen niet komen van land met hoge koolstofvoorraad, die na januari 2008 geconverteerd is (bv. waterrijke gebieden, permanent beboste gebieden, veengebieden).
- EU landbouwgrondstoffen moeten voldoen aan de minimumeisen voor goede landbouw- en milieucondities (Good Agricultural Practices - GAP).
- Wat sociale duurzaamheid betreft dient er enkel gerapporteerd te worden, en zijn geen specifieke criteria opgelegd.
De criteria zijn niet van toepassing op afvalstoffen, daar deze reeds aan de afvalstoffenwetgeving op nationaal en Europees niveau moeten voldoen.