Het gebruik van biomassa als hernieuwbare energiebron en ‘groene’ grondstof heeft veel stof doen opwaaien tussen wetenschappers, beleidsmakers, milieudeskundigen en andere actoren in het veld. Alhoewel hoge verwachtingen gesteld worden aan de rol van biomassa binnen de transitie naar een duurzame economie, is er tevens een toenemende bezorgdheid ontstaan betreffende de grootschalige productie en inzet van biomassa.
Om aan de toenemende wereldwijde energie- en grondstofvraag te voldoen zonder onherstelbare schade toe te brengen aan ecosystemen, noch toekomstige energie- en grondstofnoden in het gedrang te brengen, is het van cruciaal belang de ecologische, sociale en economische gevolgen – zoals aangegeven onder het algemene begrip duurzaamheid – van biomassaproductie- en verwerking zorgzaam in te schatten. In dit kader wordt er vanuit allerlei initiatieven, geleid door overheid en marktpartijen, gewerkt aan de ontwikkeling van standaarden en –certificeringssystemen die de duurzaamheid van biomassa kunnen borgen (meer info: J. van Dam et al. (2010) Overview certification initiatives). De meeste van deze standaarden focussen op milieu en/of economische aspecten van biomassa voor energietoepassingen. De ecologische en socio-economische vereisten en gevolgen worden hierin vaak onvoldoende aangekaart. Verder omvatten de meeste systemen slechts één deel van de biomassaketen.