Bij een duurzaamheidsevaluatie wordt de potentiële economische, sociale en milieu-impact ingeschat en geëvalueerd. Dit is vaak een complex proces daar dit naast een multidisciplinaire expertise, van broeikasgasbalans tot biodiversiteit en sociale aspecten, ook veel operationele data vereist voor het uitvoeren van de nodige berekeningen (o.a. broeikasgasbalans).
In een energieconversiepark worden verschillende biomassastromen omgezet in energie en/of producten d.m.v. een optimale combinatie van verschillende conversietechnieken. Het grote aanbod aan mogelijke biomassastromen en verschillende verwerkingsopties, samen met de waaier aan mogelijk ecologische, sociale en economische gevolgen, maken deze analyse nog complexer. Elke stap in de productie- en verwerkingsketen heeft immers een bepaalde impact, en dient in de evaluatie te worden meegenomen.
Zo is de verbranding van biomassa in theorie CO2-neutraal (afgifte van CO2 die eerder door fotosynthese uit de atmosfeer is vastgelegd in het plantaardig materiaal). Er moet echter ook rekening gehouden worden met de energie die nodig is voor het hele biomassaproductie- en verwerkingsproces. Niet elke vorm van bioenergie is even energie-efficiënt en er zullen uiteenlopende resultaten verkregen worden op vlak van broeikasgasemissies. Naast de energie- en de broeikasgasbalans spelen ook andere ecologische, alsook sociale en economische aspecten een rol bij het inschatten van de duurzaamheid. Potentiële voordelen zoals het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen en inkomsten, rurale ontwikkeling, toegenomen zekerheid in de energievoorziening moeten steeds afgewogen worden ten opzichte van potentiële negatieve impacten zoals een toegenomen druk op landbouwland, landgebruikveranderingen, verlies aan biodiversiteit, stijging van de prijs van landbouwproducten, bedreigde voedselzekerheid, etc..