Het Energiedecreet definieert aardgas als elke gasvormige brandstof van ondergrondse oorsprong die hoofdzakelijk uit methaan bestaat, met inbegrip van vloeibaar aardgas (art. 1.1.3, 5°). Daarnaast verwijst het ook naar biogas, zonder dit als dusdanig te definiëren. Groen gas of hernieuwbaar gas wordt niet behandeld in het Energiedecreet.
Zo het Energiedecreet in plaats van de Gaswet aldus in beginsel van toepassing zou zijn (omdat de Gewesten en niet de federale overheid bevoegd is), volgen desalniettemin geen directe verplichtingen inzake de aanleg van een biogasleiding uit het Energiedecreet. Leveringsvergunningen zijn bijvoorbeeld enkel verplicht voor de levering van elektriciteit of aardgas (art. 4.3.1 e.v.). De biogasleidingen zullen evenmin als gesloten distributienet kunnen worden gekwalificeerd, aangezien de definitie van een gesloten distributienet verwijst naar elektriciteit of aardas (art. 1.1.3.56°/2). Derhalve zal de aanleg van de leidingen zonder verdere verplichtingen uit het Energiedecreet kunnen geschieden. Enkele andere toelatingen/vergunningen zullen wel nog vereist zijn (cfr. supra).
Stoom en warmte ressorteren niet onder het toepassingsgebied van het Energiedecreet. Het Energiedecreet legt dan ook geen verplichtingen op ten aanzien van een stoom- of warmtenet. Het bevat echter al evenmin faciliterende bepalingen voor de aanleg ervan (bv. de mogelijkheid om private eigendommen te gebruiken of zelfs te onteigenen voor de aanleg van de warmteleiding).