8.4 Aanbesteding verwerking biomassa

Aanbesteding van de verwerking van biomassastromen door overheden

De bij de verschillende deelprojecten betrokken overheden en semi-overheden, met name gemeenten, zien in een geïntegreerde ECP-aanpak, waarbij biomassa zo optimaal mogelijk wordt verwerkt  een goede mogelijkheid om hun vaak ambitieuze duurzaamheid en specifieke klimaatdoelstellingen te ondersteunen.

Als voorbeeld:
De gemeente Breda heeft de ambitie om een CO2-neutrale stad te worden tegen 2044. Het sluit aan bij het in 2010 tussen het Rijk en VNG gesloten klimaatakkoord waarin o.a. staat dat de doelstelling tegen 2020 de volgende is: 45% CO2-neutraal ten opzichte van 2006, 30% CO2-reductie ten opzichte van 1990 en 20% duurzame energie. 
 
Het is logisch om daarvoor dan ook alle lokaal beschikbare biomassastromen in te zetten. Het beste resultaat ontstaat wanneer dat zo effectief mogelijk gebeurt, bijvoorbeeld met een ECP opzet. De gemeenten verwerken die biomassa stromen (GFT, snoeiafval uit plantsoenen) meestal niet zelf, maar besteden dit aan. Zo’n maximale efficiëntie, met maximalisatie van de CO2 winst voor opgewerkte energie, moet dan in het aanbestedingscontract worden opgenomen. Daar zitten allerlei juridische en contractuele haken en ogen aan. Het aanbesteden met dergelijke eisen kan wel degelijk, maar het moet wel goed doordacht gedaan worden en goed worden vastgelegd.
 
Door ervaren adviesbureaus is binnen het ECP project een handreiking opgesteld over hoe een overheid zo’n aanbesteding kan opzetten. Dat is voor de Nederlandse situatie gedaan en voor de Vlaamse
 
Er is een geharmoniseerde Europese aanpak voor duurzaam inkopen/aanbesteden in ontwikkeling. 
 
Juridisch kan een overheid zeker extra eisen stellen. Essentieel is wel dat: 
  • dit van het begin af aan duidelijk in de aanbestedingsdocumenten en toelichting wordt aangegeven;
  • er een duidelijke, redelijke en objectieve beoordeling en waardering van dit aspect mogelijk is;
  • het niet gebruikt wordt om duidelijk één partij te bevoordelen. Iedereen moet er in redelijke wijze aan kunnen voldoen al zal het voor de een gemakkelijker zijn dan voor de andere en mogelijk extra investeringen vragen.