2.2.4 Aandachtspunten

De ervaring binnen de vijf ECP cases heeft de volgende aandachtspunten opgeleverd:

  • Het is zeer belangrijk de verschillende potentiëlen voor ogen te houden; in veel gevallen is het feitelijk benutbaar potentieel slechts een fractie van het theoretische potentieel.
  • Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat opgegeven tonnen biomassa droge stof of vers gewicht kunnen zijn.
  • Het verkrijgen van een redelijk compleet beeld via enquêtes is niet haalbaar. In alle gevallen bleek de respons lager dan 20% met een opgave van minder dan 50% van de totale biomassa stromen. Directe benadering vergroot wel de respons, maar voor het verkrijgen van een compleet beeld van het potentieel in een regio is deze werkwijze praktisch niet uitvoerbaar.
  • Daarmee hangt samen dat het moeilijk is te bepalen of bepaalde biomassastromen al benut worden, en op welke wijze, en op welke manier deze gecontracteerd zijn. 
  • Aan de andere kant kan een enquêtering wel nuttig zijn om partijen te identificeren die interesse hebben om deel te nemen aan het project.
  • Er moet aandacht zijn voor potentiele biomassastromen buiten de regio die - direct of indirect - een bron van biomassa kunnen zijn voor een regionaal georiënteerd ECP. Dat betreft relatief makkelijk transporteerbare stromen (droog hout) maar ook geïmporteerde landbouwproducten en reststromen die voor voeding en veevoeding verwerkt worden waarbij verwerkbare reststromen vrijkomen.
  • Kentallen zoals opbrengsten per hectare, aandeel van specifieke interessante componenten in een gewas en vochtgehaltes blijken erg variabel en staan continu ter discussie. In veel rapporten is daar geen rekening mee gehouden, wat flinke discrepanties tussen de uitkomsten van verschillende inventarisaties kan opleveren. Het opnemen van vragen over die kentallen voor een specifiek stroom is dus belangrijk.
  • De gegevens uit verschillende bronnen zijn ook niet altijd goed te interpreteren omdat biomassastromen anders benoemd worden en soms als één getal gegeven worden hoewel het verschillende stromen betreffen (bijvoorbeeld: ‘groenstromen uit watergangenbeheer, wat droger en natter materiaal omvat). Dat vraagt steeds wat extra aandacht en soms eigen schattingen.