2.3 Aanbesteden

Overheden en semioverheden zijn belangrijke spelers voor lokale biomassa reststromen. Ze zijn ‘leverancier’ van belangrijke stromen, als beheerder van terreinen, bermen, etc. en zijn opdrachtgever voor het inzamelen vanuit die terreinen voor andere biomassa afvalstromen zoals GFT door gemeenten. Daarnaast zijn overheden degenen die regels stellen aan hoe inzameling en verwerking schoon en efficiënt kan plaatsvinden en eerlijk wordt aanbesteed.

De bij de verschillende deelprojecten betrokken overheden en semioverheden (voornamelijk gemeenten of zelfstandige bestuursorganen (ZBOs)) zien in een efficiënte benutting van de biomassa die ze lokaal ter beschikking hebben een goede mogelijkheid om hun vaak ambitieuze doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid en klimaatdoelstellingen te verwezenlijken.

Als voorbeeld:

De gemeente Breda heeft  de ambitie om een CO2-neutrale stad te worden. Die doelstelling moet in 2044 worden bereikt. Het sluit aan bij het klimaatakkoord dat in 2010 tussen het Rijk en VNG (Verening Nederlandse Gemeenten) gesloten is. Daarin staat onder andere dat de doelstelling voor 2020 is: 45% CO2-reductie ten opzichte van 2006; 30% CO2-reductie ten opzichte van 1990; 20% duurzame energie.

Het is logisch om daarvoor dan zo veel mogelijk lokaal beschikbare biomassastromen in te zetten. Echter de gemeenten verwerken de uit de gemeente afkomstige biomassastromen (snoeiafval, groenafval, GFT) meestal niet zelf. Er worden externe partijen ingeschakeld voor de inzameling en verwerking ervan via aanbestedingsprocedures. ’Een maximaal efficiënte duurzame verwerking', bv. met zo hoog mogelijke CO2 winst, zou als aanbestedingsvoorwaarde moeten gelden. Daar zitten momenteel echter allerlei juridische en contractuele haken en ogen aan. Maar aanbesteden met dergelijke eisen kan wel degelijk, het moet echter goed doordacht worden gedaan worden en goed worden vastgelegd.

Op dit terrein ervaren adviesbureaus hebben ten behoeve van het ECP-project een handreiking opgesteld hoe een overheid een dergelijke aanbesteding goed kan opzetten. Vanwege verschillen in wetgeving is dat afzonderlijk voor de Nederlandse en de Vlaamse situatie gedaan.

Juridisch kan een overheid zeker extra eisen stellen. Essentieel is wel dat:

  • dit van het begin af aan duidelijk in de aanbestedingsdocumenten wordt aangegeven;
  • er een duidelijke, redelijke en objectieve beoordeling en waardering van dit aspect mogelijk is;
  • het niet gebruikt wordt om duidelijk één partij te bevoordelen. Elke potentiële aanbieder moet er in redelijke wijze aan kunnen voldoen, al zal het voor de één gemakkelijker zijn dan voor een ander en mogelijk extra investeringen van aanbieders vragen.

De praktisch juridische uitwerking is voor Nederland en België iets verschillend. Wel bestaat er een geharmoniseerde Europese aanpak voor duurzaam inkopen/aanbesteden

Meer info bij 'organisatie en financiering'.