Voor een ECP is een waaier aan contracten noodzakelijk om de relaties tussen de verschillende partijen te regelen. Elke beheerder van het ECP zal individuele overeenkomsten moeten afsluiten met hetzij aanvoerders van grondstoffen, hetzij afnemers van outputs. De typecontracten worden hier beschreven aan de hand van een termsheet. De nadere uitwerking van de contracten is afhankelijk van de concrete situatie en de onderhandelingen tussen partijen.
Voor een ECP zijn er drie contractvormen belangrijk:
Inputcontracten zijn contracten waarbij de ene partij zich verbindt een grondstof aan te leveren aan de andere partij, die zich op haar beurt verbindt deze grondstof af te nemen. In het concrete geval van een ECP zal het de aanlevering van biomassa betreffen aan de Beheerder van het ECP. In het bijzonder is het van belang de vereiste (minimum)kwaliteit en de vereiste minimumhoeveelheden van de aangeleverde grondstoffen vast te leggen in het inputcontract. Tevens zal het interval (wekelijks, maandelijks, trimesterieel,…) waarmee de minimumhoeveelheden worden geleverd, van belang zijn. De volgens de marktpraktijken gebruikelijke structuur, evenals een korte beschrijving van dergelijke contracten vindt U hier.
Outputcontracten zijn contracten waarbij een partij een bepaalde output (bv. energie) produceert en zich verbindt te leveren aan de andere partij, die zich verbindt deze af te nemen. In het concrete geval zou de Beheerder van het ECP de producent van energie zijn. Afhankelijk van het individuele ECP zal de geproduceerde energie biogas en/of elektriciteit en/of stoom/warmte betreffen. De gebruikelijke structuur evenals een korte beschrijving van dergelijke contracten vindt U hier (resp. biogas, elektriciteit en stoom/warmte). De output van een ECP kan ook grondstoffen (bv. vezels, eiwitten, meststoffen) in plaats van energie betreffen. In dit geval zal een gewone koop-verkoopovereenkomst dienen te worden afgesloten. Hiervoor wordt dan ook niet in een termsheet voorzien.
Tolling contracten zijn contracten waarbij een partij (de klant) een grondstof (bv. biomassa) aanlevert en een eindproduct (bv. stoom/warmte en meststoffen) teruggeleverd krijgt door de andere partij (de toller). Deze partij staat in voor de omzetting van de grondstof in het eindproduct. Het betreft aldus contracten waarbij een bepaalde partij zowel aanvoerder van grondstoffen is, als afnemer van energie en/of een ander eindproduct. En waarbij de andere partij, de toller, instaat voor de omzetting van de grondstof en de teruglevering van het eindproduct. In het concrete geval zal dit de Beheerder van een ECP zijn.
De gebruikelijke structuur van tolling contracten is sterk gelijkend op een samenvoeging van input- en outputcontracten. In het bijzonder zullen in het contract nog artikelen moeten worden opgenomen aangaande de conversie van de aangeleverde grondstoffen in energie. Een of meer artikelen zullen de ‘Tolling Services’ beschrijven. Voor wat betreft de betaling, zal de klant aan de toller een ‘Tolling Fee’ betalen. Het zal doorgaans niet zo zijn dat de toller de klant eerst betaalt voor de geleverde grondstoffen, en de klant, na conversie van de grondstoffen, de toller betaalt voor de geleverde energie. De gevolgen hiervan komen terug in het artikel aangaande de eigendoms- en risico-overdracht. De gebruikelijke structuur evenals een korte beschrijving van dergelijke contracten vindt U hier.