ECP ervaringen

In de verschillende studies en deelprojecten zijn de omstandigheden om tot garanties voor een goede aanvoer van biomassa te komen verschillend.

Breda

De gemeente Breda geeft via de aanbesteding van zijn eigen biomassastromen al een zekere garantie van levering. Het zal een partij (of consortium) aantrekken die groot genoeg is, en een basis heeft om ook aantrekkelijk te zijn voor andere toeleveranciers. Als dit een partij is die voldoende voorzieningen heeft om grootschalig diverse biomassastromen te contracteren, te combineren en te splitsen, is zo een soort ‘biomassawerf/-rotonde’ gecreëerd. Deze biomassawerf kan zo ook andere, kleinere verwerkers van biomassa gaan bedienen, bijvoorbeeld voor biobased producten. De afvalstromen daaruit kunnen ze ook weer terugnemen.
Als de gebruikers geografisch bij elkaar liggen, ontstaat zo een biobased industrie park. Dat is bijvoorbeeld het doel van initiatieven als de Green Chemistry Campus in Bergen Zoom en Nieuw Prinsenland in Dinteloord.

Moerdijk

Op het industriepark Moerdijk zijn diverse partijen actief die voor hun eigen activiteiten (wood-pellets, biofuels, vergisting, compostering, verbranding voor energieopwekking, afvalinzameling) diverse biomassastromen aanvoeren en opslaan. Het ‘wenkend perspectief’ van de ECP case Moerdijk is tenminste dat enkele van deze bedrijven meer samen gaan werken en/of hun eigen activiteiten uitbreiden. In elk geval zitten deze al in een logistiek systeem voor biomassa. Dat wordt versterkt omdat enerzijds een glastuinbouwgebied ten zuiden van het industriepark is gepland, met warmte en CO2 vraag, maar zeker ook aanbod van biomassa die verwerkt moet worden. Anderzijds wil het Havenschap Moerdijk samen met de ondernemersvereniging Moerdijk het industriepark een groter ‘biobased karakter’ geven. Men wil ook expliciet ruimte bieden voor aanvoer en opslag van biomassastromen en bedrijven die dat willen doen.
In feite is een biomassa-rotonde relatief eenvoudig te verwezenlijken door beter te organiseren en integreren van wat er al gebeurt. Dat hoeft niet eens fysiek te veranderen maar is deels alleen een betere onderlinge afstemming.

Sluiskil

In de provincie Zeeland is (theoretisch) jaarlijks ongeveer 3.800 TJ aan energie beschikbaar in de vorm van biomassa. Dat is genoeg voor de energiebehoefte van 54.000 Zeeuwse huishoudens oftewel ongeveer 1/3 van de Zeeuwse bevolking. Dit is een vrij hoog vervangingspercentage in vergelijking met het landelijke Nederlandse gemiddelde.

Het overgrote deel van deze biomassa betreft reststromen (zoals GFT, mest, gewasresten, etc.). Een aanzienlijk deel van de biomassa voor de aanwezige bioenergieinstallaties wordt uit de regio/provincie gesourced (waaronder mest). Echter, vanwege de ruime SDE subsidie op duurzame energie wordt ook gebruik gemaakt van hoogwaardiger biomassa.

Berekeningen tonen aan dat aonder SDE subsidie (ook na afloop van de huidige toekenning) reststromen interessanter worden. Dan gaan de kosten voor de biomassa namelijk zwaarder meewegen in de kosten-baten verhouding. Voorbewerkingen kunnen het biogaspotentieel van reststromen verhogen, en zijn dan extra relevant.

Beerse-Merksplas

IOK Afvalbeheer verwerkt jaarlijks gemiddeld een 37.000 ton GFT en 19.000 ton groenafval op hun huidige composteerinstallatie te Beerse/Merksplas. Deze biomassa is de basis die kan ingezet worden in een ECP. Tijdens de inventarisatie kon in totaal afgerond nog een 100.000 ton per jaar aan extra biomassa stromen worden geïdentificeerd. De helft bestaat uit GFT,een vijfde uit maaisel, een ander vijfde uit materiaal vergelijkbaar aan snoeiafval. Hout maakt maar 2 à 3% uit van het aanbod. De rest wordt ingenomen door industriële biologisch afbreekbare biomassareststromen, waaronder slib. Echter voor slechts 15.000 ton/jaar is er een reële kans dat ze ingezet kunnen worden voor ECP Beerse/Merksplas, d.w.z. dat deze biomassa stromen contracteerbaar zijn. Het betreft voornamelijk biomassareststromen van de tuinbouw en van infrastructuurbeheerders.

Lommel

Het industriepark in Lommel, waar een eventueel ECP zich zal kunnen vestigen, is nog in ontwikkeling. Dat betekent dat met een infrastructuur om biomassa te kunnen inzamelen en opslaan nog goed rekening kan worden gehouden. Dat ondersteunt de mogelijkheid dat toekomstige bedrijven nauw samenwerken en zo synergie creëren. In Vlaanderen bestaat nog geen actieve biomassawerf/rotonde. Wel werd recent (2012) het Symbiose platform opgericht dat zich zal richten op duurzame valorisatie van nevenstromen. Het is voor het ECP in Lommel zeker een goede mogelijkheid om zich hierbij aan te sluiten.

Daarnaast werd tijdens de klankbordgroep biomassa Limburg de noodzaak voor een inzichtelijke biomassamarkt voor Limburg getoetst. Dit kan later uitgebreid worden naar de aangrenzende, bestaande industrieterreinen waar ook nog geen sterke samenwerking is tussen de verschillende bedrijven. Kennis om samenwerking tussen bedrijven te bevorderen op het vlak van collectieve behoeften, werd reeds opgedaan in het Collectief Cleantech Realisatieplan (CCR). Dit biedt een goed houvast om dit ook toe te passen voor het ECP in Lommel.