Logistiek - reacties stelling 3

Stelling: Een ECP moet zich vooral richten op de bewerking van biomassa tot biocommodities (bv. pellets en/of char voor kolencentrales en grondstoffen voor biochemicals of bioplastics), waarbij de biocommodity extern moet worden afgezet. Dit heeft consequenties voor de afvoerlogistiek.

Men is voorstander (grofweg 1/3 van de aanwezigen) als dit technologisch mogelijk is en financieel een meerwaarde creëert. Het doel moet steeds zijn om zo hoog mogelijke waarde van het product te creëren. Hoogwaardige verwerking van biomassa is beter dan enkel energie. De logistiek van de afvoer van producten is goed voor de havens. Dit is een onvermijdelijke evolutie waarbij een ECP kan uitgroeien tot een BCP. Nederland en België zijn exportgerichte economieën, dus export is een logische stelling.

De tegenstanders (grofweg 2/3 van de aanwezigen) vinden dat je afhankelijk van de situatie/regio moet bepalen wat de doelen zijn. Een ECP is afhankelijk van lokale toepassingsmogelijkheden. De bedoeling van een ECP is toch het clusteren/centraliseren van de biomassaverwerkingsindustrie zodat transport van producten vermeden wordt? Een ECP moet juist lokaal energie leveren van zo veel mogelijke lokale grondstoffen. Richt je op lokale verankering. Een ECP zit juist op die plaatsen waar input en output bij elkaar komen en lokaal kunnen worden toegepast. Men moet wel aandacht hebben voor volledige valorisatie, dus als bewerking tot biocommodities mogelijk is: prima, maar dit moet niet (zoals de stelling aangeeft).