Het eerste uitgangspunt voor het ECP in Breda was de verduurzaming van het stadsverwarmingsnet. Daarbij is een fysieke koppeling met het stadsverwarmingsnet bepalend voor de lokatiekeuze. Breda is goed bereikbaar via de weg, maar voor de aanvoer van inputstromen (onder meer mest) wordt het niet realistisch geacht om een ECP in het centrum van de stad te realiseren. Qua locatie van het ECP Breda is daarom bewust voor een locatie aan de rand van de stad gekozen, waarbij als input – naast GFT – nadrukkelijk gekozen is voor varkens- en rundermest. Hiervan zijn ook in West-Brabant grote hoeveelheden beschikbaar, welke momenteel grotendeels onbenut zijn voor duurzame energieproductie. Valorisatie hiervan stuitte (ook) op logistieke problemen, waardoor er gekozen is voor een variant waarbij ontwaterde mest – met een relatief hoger drogestofgehalte dan verse mest, en dus lagere transportkosten per eenheid energie – als input voor het ECP gebruikt is.