11.1 Hernieuwbare energie

Doelstellingen hernieuwbare energie

Er bestaat internationaal brede overeenstemming over de wenselijkheid om de negatieve effecten van menselijke activiteiten op het klimaat te beperken door de emissie van broeikasgassen zoals CO2 aan banden te leggen. In de Europese Unie is het lange termijn doel om in 2050 de broeikasgasemissies met 80% te verlagen en zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzame bronnen voor onze energiebehoefte. Voor de middellange termijn voor het jaar 2020 heeft de EU de bekende 20-20-20 doelstelling: 20% energiebesparing, 20% minder CO2 uitstoot en 20% energie opwekking uit duurzame hernieuwbare bronnen.

Voor de laatste target (hernieuwbare energie) is er een differentiatie gemaakt tussen de lidstaten, en zijn er verschillende nationale targets opgesteld per lidstaat. Voor Nederland is die bv 14%, voor België 13%. Andere landen zoals Zweden (49%), Letland (40%), Finland (38%) of Oostenrijk (34%) hebben veel hogere targets.

Over het geheel genomen is het aandeel hernieuwbare energie in de EU in de laatste jaren toegenomen van 8.5% in 2005 naar 12,7% in 2010.  Voor Nederland en België lag het aandeel in 2010 respectievelijk op 3,8% en 5,4%. Beide landen hebben dus nog een hele weg af te leggen voor hun 2020 doelstelling.

Windmolens en zonnepanelen?

In de publieke opinie lijkt het bij de opwekking van duurzame energie te gaan om windmolens en zonnepanelen. De laatste jaren is het gebruik van PV-panelen voor de opwekking van huishoudelijk en kleinzakelijk verbruik spectaculair toegenomen, vooral in België. Op lange termijn zal zonne-energie ongetwijfeld een belangrijke rol gaan spelen, maar op dit moment is de hoeveelheid energie opgewekt door zonne-energie (in de vorm van PV en zonneboilers) beperkt. De beeldvorming is zonniger dan de opgewekte verwachting. Ook moet je rekenen dat energie niet enkel over elektriciteit gaat, maar ook over warmteproductie en transportbrandstoffen.

Figuur: verdeling hernieuwbare energiebronnen in België en Nederland (bron: Ecofys, 2012)

De grootste hernieuwbare energiebron momenteel is de energie die wordt gewonnen uit biomassa. In Nederland (2010) is 75% van de hernieuwbare energie afkomstig uit biomassa, in België zelfs 87%. In de gepubliceerde actieplannen rond hernieuwbare energie (NREAPs) blijft biomassa een vooraanstaande rol spelen.

Ook op wereldschaal speelt biomassa een belangrijke rol in de energievoorziening. Na de fossiele bronnen steenkool, olie en aardgas is biomassa de vierde grootste bron van energie in de wereld, die technisch en economisch beschikbaar is en de grootste en meest belangrijke hernieuwbare energie-optie. Hout is de oudste vorm van biomassa bekend voor de mensheid. Eeuwenlang werd hout gebruikt voor verwarming, koken en industriële doeleinden.

De voordelen van biomassa in de hernieuwbare energie mix

Tegenwoordig is er een groeiende interesse in biomassa die op een efficiënte manier met behulp van moderne technologieën kan gebruikt worden voor de productie van warmte, elektriciteit en transportbrandstoffen. Het voordeel van biomassa ligt zowel in de logistiek, waarin in het bijzonder de opslag en daarmee de flexibiliteit van benutting een groot voordeel is boven de discontinue bronnen als wind en zon.

Ook de verscheidenheid van producten die als energiedrager kunnen worden gevormd uit biomassa maken een gevarieerd gebruik mogelijk en toepasbaar. Kort samengevat: de technieken zijn beschikbaar, voorspelbare opbrengst, voorzienbare voorraden, gedifferentieerde output, eenvoudige opslag van grondstoffen en eindproducten, waardoor het sterk afwijkt van en aanvult op de andere duurzame energiebronnen wind en zon: biomassa kan balans brengen in het energiedistributienetwerk van vraag en aanbod. Biomassa, mits op een duurzame manier geteeld en omgezet, is op de korte en middellange termijn een heel belangrijke bron op de weg naar een duurzame energievoorziening. Aanvullende verbeteringen en innovatieve toepassingen blijven verder onderzocht.